Voetbalboeken

Grappige voetbalboeken zijn mix van observaties en practical jokes

Niet voor niets verkocht Michel van Egmond bijna 400 duizend exemplaren van het humoristische voetbalboek Gijp. De oneliners, vergelijkingen en gekke gedachten van oud profvoetballer en tv-commentator Rene van der Gijp maakten lezers en vooral heel veel voetballiefhebbers aan het lachen. Zo bewondert Van der Gijp oud-ploegleider Peter Post van de Raleigh-ploeg om zijn personality en zijn smaak voor Mercedessen. ‘Daar mocht hij van Schiphol mee op de landingsbaan, zo groot waren die’. Als hij ’s nachts voor de tv naar de herhaling van RTL Boulevard ligt te kijken, hoort hij Estelle Gullit zeggen dat ze meer wil gaan schrijven. ‘Ja kerstkaarten’, denkt hij dan. Wie houdt van dit soort humor heeft Van der Gijp dichtgeslagen met een zucht en een glimlach, maar misschien ook met een vraag: Want welke humoristische, grappig voetbalboeken zijn er nog meer? SkillsInSport ging opzoek. 

Bizarre observaties: De Wereld volgens Gijp, Michel van Egmond (2016)

Omslag van het boek 'De wereld volgens Gijp' van Michel van Egmond.
Omslag van het boek ‘De wereld volgens Gijp’ van Michel van Egmond.

Wat denk jij, zou Jantje Boskamp straks nog een toetje nemen?

Citaat uit ‘De wereld volgens Gijp’

Geen verrassende keuze natuurlijk, maar in de opvolger van Gijp, gaat Michel van Egmond op humoristische wijze verder waar hij gebleven was. Van Egmond schrijft grappig en de mix met de bizarre observaties van René van der Gijp blijft onweerstaanbaar. Over zijn gezette en altijd hongerige televisiecollega Jan Boskamp: ‘Die loopt zo vaak met zijn bord langs het buffet, dat er hele uitgesleten plekken zijn ontstaan’. En even later tegen de parkeerwachter: ‘Wat denk jij, zou Jantje Boskamp straks nog een toetje nemen?’

Boskamp is de klos, en hij is niet de enige, want mensen liefdevol afzeiken is een geliefde bezigheid onder Van der Gijp en zijn vrienden. Als zijn zaakwaarnemer Rob Jansen hem ziet aankomen in een gekke joggingbroek met UGG’s krijgt de voetballer er van langs: ‘Is dat mode in Dordrecht. Ik zweer het je: een beetje zwerver schopt jou nog onder een brug vandaan. Die zegt: rot maar op, daar ga ik niet naast liggen’.

Hilarische typeringen: Mannen van de Bal van Simon Kuper (2014)

Cover van het voetbalboel 'Mannen van de bal' van Simon Kuper.
Cover van het voetbalboel ‘Mannen van de bal’ van Simon Kuper.

De meeste topvoetballers zijn vrij gewone mannen

Stelt Simon Kuper in ‘Mannen van de bal’

Ze zijn niet alleen scherp en verassend, maar vaak ook erg grappig; de 60 portretten die de Leidse journalist Simpon Kuper schreef over voetballers, trainers en managers tussen 1999 en 2014. De portretten zijn verzameld in Mannen van de Bal, een boek dat verscheen in 2014. Hilarisch zijn ook Kupers typeringen van spelers. Over Edwin van der Sar bij zijn debuut voor Ajax: flaporen, mager als een lat in een compleet paars menu met een piepklein broekje. ‘Hij oogde al met als als een kitscherig uitgedoste turner’.

Of van Clarence Seedorf die in zijn thuisland Nederland niet in de smaak viel door ‘zijn neiging tot het humorloos declareren van oersaaie abstracties’ en ‘zijn gewoonte om in plaats van anderen penalty’s te nemen en te missen’.
Volgens Kuper zijn de meeste topvoetballers ‘vrij gewone mannen’. Niet allemaal gezegend met eigenschappen die gewone stervelingen missen. Niet allemaal bloedfanatiek. Ze verschillen qua karakter enorm van elkaar. Ze kunnen gewoon allemaal heel goed tegen een balletje trappen.
De beste verhalen over voetballers ontstaan volgens Kuper niet door ze te interviewen. Veel voetbaljournalisten hebben immers het probleem dat ze hun relatie met spelers goed moeten houden. Dat betekent dat ze niet helemaal vrij zijn om eerlijk over hen te schrijven. In zijn grappige voetbalboeken is Kuper dan ook op zijn best als hij voetballers met humor observeert. Ronaldinho? Typetje adhd, zag Kuper toen hij eens de kans had om hem een minuut lang van dichtbij te bekijken. En Ibrahimovic? Die was beangstigend, met zijn 1,95 meter en hongerige blik.

Practical Jokes: Toen godenzonen niet bestonden, Maarten Spanjer (2021)

Omslag van het boek. 'Toen godenzonen nog niet bestonden' van Maarten Spanjer.
Omslag van het boek. ‘Toen godenzonen nog niet bestonden’ van Maarten Spanjer.

”Wil dat ellendige klapkauwgompie onmiddelijk van onze velden verdwijnen”

Rinus Michels over Maarten Spanjer in ‘Toen godenzonen niet bestonden’

In deze humoristische verhalenbundel getuigt Maarten Spanjer van zijn liefde voor het voetbal. Lezers die van voetbal houden en van practical jokes komen in dit boek aan hun trekken. ‘Toen godenzonen niet bestonden’, is een rijkdom aan persoonlijke anekdotes, die je als lezer vaak aan het glimlachen brengen, en soms aan het schateren. Zo deden Maarten en zijn broer vroeger op de slaapkamer wedstrijdje, wie het vaakst hoog kon houden. Na 1183 keer hooghouden, met nog twee te gaan tot het record, doet zijn broer het licht uit: ‘Twee ballen van het record af, jammer!’
Als ballenjongen bij Ajax-trainingen moest hij uit hun baan geraakte ballen terugbrengen. Toen hij een natte bal wilde terugspelen naar Piet Keizer, maar in plaats daarvan Rinus Michels raakte kon hij direct vertrekken. ‘Wil dat ellendige klapkauwgompie onmiddelijk van onze velden verdwijnen’, was het commentaar van Michels. Spanjer was zijn trainingspak kwijt.

Het zal niemand verbazen dat grapjas René van der Gijp en Maarten Spanjer boezemvrienden zijn. In het eerste boek van Michel van Egmond vertelt Van der Gijp over hun eerste ontmoeting. Op de vraag wat hij zoal heeft geleerd op de toneelschool staat Spanjer op om zogenaamd naar de WC te gaan. Hij loopt langs een gezin, doet net alsof hij struikelt en trekt bij zijn val expres het laken van tafel. ‘Ik dacht: met hem kun je lachen’, zegt Van der Gijp in het boek. En daar valt geen speld tussen te krijgen.
Na het hooghoudincident neemt Spanjer wraak op zijn broer, zo blijkt verderop in dit hilarische voetbalverhaal. Als hij net voor zijn broer zonder kaartje naar binnen is geglipt bij een wedstrijd van Ajax spreekt hij een van de suppoosten aan: ‘Meneer, ik wil me nergens mee bemoeien (…), maar die rooie verderop in de rij heeft volgens mij geen kaartje.’

Geef een reactie

Uw e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *