Analogie leren helpt bij het begrijpen en leren bewegen
Een biologieleraar die vertelt dat ons hart werkt als een pomp, maakt zijn leerlingen met een korte zin veel duidelijk over de werking ervan. Het is een voorbeeld van het gebruik van analogie leren in het onderwijs.
Wat is analogie leren
Bij analogie leren gebruik je een bekend begrip, waarin bepaalde causale relaties gelden voor het uitleggen van een nieuw begrip dat je uit wilt leggen. Bij een vak als natuurkunde bijvoorbeeld kun je het begrip elektriciteit begrijpen door het stromen van elektronen te vergelijken met waterstromen. Een analogie is een overeenkomst volgens het woordenboek en het zijn overeenkomsten die ervoor zorgen dat je de kennis die je hebt over het een kunt toepassen op het ander. Het is belangrijk bij het schools leren, maar ook in de sport, met het leren van bewegingen.
Kinderen leren bewegen zonder instructie
Coaches en trainers kunnen een analogie of metafoor gebruiken om een ingewikkelde beweging, strategie of tactiek begrijpelijk over te brengen. Deze manier van leren is impliciet wat de coach hoeft niet in detail uit te leggen welk lichaamsdeel welke richting op moet gaan om een beweging correct te maken. Het is een manier van leren bewegen die onze aandacht verdient, want hij staat centraal bij het aanleren van motorische vaardigheden, in elk geval op jonge leeftijd. Kinderen leren lopen en dingen vastpakken, zonder dat ze de taal machtig zijn en dus zonder dat iemand ze iets kan uitleggen.
Analogie leren maakt begrip mogelijk
Analogieën spelen een sleutelrol bij alles wat we doen, denken en leren, zo betogen Douglas Hofstadter en Emmanuel Sander ‘Surfaces and Essences: Analogy as the Fuel and Fire of Thinking’, een boek dat is gepubliceerd in 2013. Volgens de auteurs maken we elke seconde van de dag wel een analogie: ‘Het is een mentale sprankeling die ons begrip mogelijk maakt. Non stop zijn we bezig de dingen die tegenkomen met behulp van analogieën met elkaar te verbinden zo betogen de auteurs.
Schaken helpt om voetbal te doorgronden
Zij onderscheiden 2 soorten analogieën: de proportionele en de exploitatie. De proportionele analogie is een soort invuloefening: Amsterdam staat tot Nederland, zoals Parijs staat tot Frankrijk, de exploitatie is een ruimer begrip. Daar worden ervaringen uit het ene domein toegepast op het andere, om het beter te doorgronden of beter te handelen. Zo is bijvoorbeeld voetbalcoach Pep Guardiola ook een schaakfanaat: hij gebruikt in het voetbal allerlei strategieën en tactieken uit het schaken.
Ook het motorisch leren is doordrenkt van analogieën. Trainers en coaches gebruiken ze voortdurend zelfs als ze zich daar niet altijd bewust van zijn. De manier waarop wij spreken over sport is ervan doordrenkt.
Taal is nuttig bij het motorisch leren
Mits goed en met mate gebruikt is taal een krachtig en nuttig instrument bij het aanleren van bewegingen. Het gebruik van analogie leren in deze context betekent dat je sporters aanwijzingen geeft op globaal niveau, maar niet zelf de details invult. Zeg tegen een basketballer dus niet: ‘klap je pols om’, maar ‘schiet alsof je met je hand een koekje pakt uit een trommel op de kast’. Zeg niet: ‘strek je arm uit naar boven bij het schieten’, maar liever: ‘schiet vanuit een telefooncel’. Dat soort aanwijzingen geven spelers een krachtig beeld. Een beeld dat ze kunnen gebruiken om zelf de techniek te vinden die bij hen past. Dat is belangrijk bij het leren tennissen, voetballen, basketballen en golfen.
Bij het sporten mogen we vertrouwen op ons lichaam
Ons lichaam is een doelgericht systeem en het uitgangspunt dat we moeten bewegen om onze doelen te bereiken is diep geworteld in de evolutie. Om te overleven was het voor eencelligen honderden miljoenen jaren essentieel dat ze leerden bewegen om voedsel te vinden of om zich te kunnen voortplanten. Dat mechanisme is diepgeworteld in ons brein, dieper dan taal en we mogen erop vertrouwen. Er zijn zelfs wetenschappelijke studies die aantonen dat we direct beter gaan sporten wanneer we beseffen dat ons brein en lichaam een fantastisch doelgericht systeem vormen dat voor ons de doelen die wij stellen.
Te veel aanwijzingen breken de focus van topsporters
Volgens Richard Masters leveren sporters, en niet alleen topsporters, hun beste prestaties, juist als ze niet bewust proberen om iets voor elkaar te krijgen. Toch focussen coaches de aandacht van hun pupillen op hun bewegingen; door hen gedetailleerde aanwijzingen te geven over de manier waarop een techniek moet worden uitgevoerd.
Tijdens het oefenen krijgen ze te horen hoe ze hun ledematen moeten bewegen en welke lichaamsdelen ze juist stil moeten houden. ‘Lichaam over de bal’, roept de voetbaltrainer die wil dat zijn pupillen hun schot laag te houden. ‘Draai je schouders in’, adviseren tennistrainers die spelers willen helpen bij het ontwikkelen van een krachtige forehand. Zo ook halen goedbedoelende experts spelers uit hun concentratie met een overschot aan aanwijzingen.
Analogie leren voorkomt stress
Door bewegingen aan te leren met behulp van analogieën voorkom je dat sporters te veel gaan nadenken over hun bewegingen. Volgens bewegingswetenschapper Richard Masters zorg je er op die manier voor dat ze beter bestand zijn tegen stress. Goede coaches en trainers moeten een repertoire analogieën ontwikkelen om bewegingen op de juiste manier over te brengen.