Nikolai Bernstein: beweging wordt nooit precies wordt herhaald
Hamerslagen en zeis-zwaaien waren in stalinistisch Rusland van landsbelang. Hoe efficiënter de bewegingen van een arbeider, des te groter de economische productie. In de jaren twintig van de vorige eeuw onderzocht neuropsycholoog Nikolai Bernstein, werkzaam bij het Sovjet-Russische Centraal Arbeidsinstituut, daarom niet alleen de subtiele hand- en vingerbewegingen van pianisten, maar ook de manier waarop soldaten hun geweer overhalen en de wijze waarop smeden de hamer op het aambeeld laten landen.
Bernstein gespte zijn proefpersonen vol met gloeilampjes, zodat hij hun bewegingen nauwkeurig kon volgen met een filmcamera en een snel draaiende schijf met gaten. De foto die je maakt met een dergelijk apparaat heet een cyclogram. Zo maakte hij fotoreeksen waarop precies te zien is hoe de schouder, elleboog, pols en hand van een smid bij elke slag door de lucht bewegen. Bernstein had verwacht dat zijn filmbeelden steeds opnieuw over elkaar zouden vallen. De smid gaf immers steeds weer dezelfde klappen op dezelfde plek. Maar de werkelijkheid was anders.
Smeden hanteren hun werktuig elke keer iets anders
Jazeker, de smeden waren uiterst precies in het aansturen van het eindpunt van hun hamer. Maar het traject van de pols, elleboog en schouder verschilde telkens opnieuw. Om heel precies en exact te hameren, hanteerden de smeden hun werktuig telkens een beetje anders.
Peter Beek, hoogleraar coördinatiedynamica aan de Vrije Universiteit van Amsterdam, ziet Bernstein als grondlegger van zijn vakgebied. ‘Mensen zijn heel variabel,’ zegt hij. ‘Als één persoon steeds opnieuw dezelfde taak uitvoert, dan gaat dat toch telkens een klein beetje anders. Je kunt je afvragen: wat is goed hameren? Dan zou een antwoord kunnen zijn: goed hameren is als die hamer elke keer op exact dezelfde manier de spijker treft, via hetzelfde traject met dezelfde kracht onder exact dezelfde invalshoek. Zo hamert de expert, zou je denken. Maar dat is dus niet zo.’
Zo gaat het ook met sporten
Zo is ook het beste schot op doel of de beste service steeds weer veranderlijk. Mensen zijn geen robots en dat heeft zijn voordelen, zegt Beek. ‘Denk aan een timmerman die een spijker wil vastslaan. De hele lichaamsbeweging wordt ingezet om dat doel te realiseren. Daar gaat het om. Maar intussen kan er van alles veranderen. De spijker gaat dieper in het hout. Hij komt iets scheef te staan. De timmerman kan een beetje vermoeid raken. Of hij krijgt pijn in een spier en moet een lichaamsdeel dan even ontzien. Als je een tijdje staat te timmeren, dan zijn je spieren warm. Dan werkt je bewegingsapparaat toch net even anders dan wanneer je begint. Ondanks al die variaties, in de buitenwereld en in hemzelf, wil die timmerman steeds dezelfde uitkomst bereiken. Dat kan alleen wanneer hij zich aan de omstandigheden aanpast.’
Inspelen op de omgeving. Voor de vakkundige timmerman op zijn werkplaats is dat net zo belangrijk als voor een aanvaller als Bergkamp in het zestienmetergebied. Op de plaatjes van zwierige hamerslagen die Bernstein meer dan tachtig jaar geleden publiceerde, zijn de afwijkingen tussen twee achtereenvolgende hamerbewegingen niet groter dan een decimeter. Maar de variatie is onmiskenbaar. De Russische bewegingswetenschapper sprak van ‘herhaling zonder herhaling’.
In het tennis is het niet anders. In zijn biografie Rafa geeft Rafael Nadal een omschrijving van zijn techniek die aansluit op de visie van Bernstein: ‘Je zou misschien denken dat ik de basale tennistechnieken paraat heb. Dat het voor mij een kleinigheid is om een zuivere, cleane bal te slaan. Maar dat is niet zo. Niet alleen omdat ik me elke dag een beetje anders voel, maar ook omdat elke slag een klein beetje anders is dan de voorgaande. De bal kan naar je toe komen in ontelbaar mogelijke hoeken en snelheden, met meer of minder topspin of backspin, vlak of juist hoog. De verschillen zijn misschien klein, maar de aanpassingen die je maakt met je lichaam, je schouders, elleboog, polsen, heupen, enkels en knieën zijn dat ook. En er zijn nog veel meer andere factoren. Het weer, de ondergrond, je tegenstander. Geen bal komt hetzelfde aan als een andere, geen slag is identiek.’
Nadal of Bergkamp kopiëren kunnen gewone tennissers vergeten. Maar we kunnen wel proberen om ons, net als zij, zo goed mogelijk aan te passen aan de omstandigheden.