Zege Spanje in EK-finale vloeit voort uit visie op spelprincipes
De winst van Spanje in de finale van het EK in Duitsland, op 14 juli 2024, onderstreept de tactische oppermacht en superieure kwaliteit van de opleiding van het Spaanse voetbal. Dat blijkt uit de reeks van directe passes naar voren waaruit de twee Spaanse doelpunten vielen. Het wordt duidelijk uit de soepele manier waarop hun beste speler Rodri werd vervangen door een medespeler die zijn taken haast even goed wist te vervullen. En het is zichtbaar in de vrijheid die de Spaanse spelers opeisten in deze wedstrijd, binnen het plan van bondscoach Luis de la Fuente.
Directe passes voorwaarts kenmerken Spaanse aanval
Spanje won de wedstrijd op zondag 14 juli met 2-1; alle doelpunten vielen in de eerste helft. Na een tamme eerste helft waarin Spanje zichzelf niet was scoorden de Spanjaarden uit een reeks van directe voorwaartse passes, het type aanval waarmee zij eerder in het toernooi ook Kroatië, Italië en Albanië opzijzetten in de groepsfase om vervolgens in de knockout-fase titelfavorieten Duitsland en Frankrijk te verslaan.
Bij het eerste doelpunt in de 46ste minuut na rust speelt Fabian Ruiz de bal naar Carvajal die de bal in 1 keer met de buitenkant van de voet ineens doorspeelt naar Yamin Lamal. Hij dribbelt naar binnen en gebruikt daarna opnieuw de buitenkant van de voet om de bal breed te leggen aan de opstormende Nico Williams die de bal koeltjes achter doelman Pickford schuift. Door de snelle reeks voorwaartse passes hebben de Engelsen niet de kans gehad om zich terug te laten zakken in het lage blok van verdedigers waarmee ze de hele eerste helft wisten te overleven.
Spaans doelpunt past in traditie van decennia
Veel analyses legden de nadruk op de veranderingen in de Spaanse speelstijl onder bondscoach de la Fuente. Maar het Spaanse doelpunt past toch perfect in de Spaanse voetbaltraditie van de afgelopen decennia. Onderzoekers van de universiteit van Leeds, in opdracht van de Uefa publiceerden in 2014 een onderzoek naar spelers-ontwikkeling en coaching in zeven Europese landen: België, Engeland, Frankrijk, Duitsland, Italië, Nederland en Spanje. Niet alleen in Spanje, maar ook in andere Europese landen wordt over voetbal nagedacht vanuit deze spelprincipes: zoals het spelen op balbezit en op zoek gaan naar de ruimte.
Samenhangende principes kenmerken Spaanse voetbalschool
Het verschil is wel de mate van detail van de spelprincipes en de consistentie waarmee deze worden toegepast. Tot de belangrijkste gedetailleerd uitgewerkte aanvalsprincipes van de Spaanse voetbalschool behoren ie samenhangende uitgangspunten die de onderzoekers in het Uefa-rapport ook identificeren: penetratie met de bal, playing through the thirds en de voorkeur voor passes dwars door vijandige linies.
Penetratie betekent: met de bal voorwaarts bewegen om door defensieve linies te breken. Dit kan door een bal voorwaarts te passen, maar het gebeurt ook als een speler vooruit dribbelt met de bal aan de voet. Het aanvalsprincipe van het playing through the thirds staat daarmee nauw in verband, want het eist van spelers dat ze proberen de bal snel vooruit te brengen vanuit de defensie (de eerste linie) naar het middenveld (de tweede linie) en vervolgens naar de aanval (de derde linie). Dat betekent eigenlijk dat voorwaarts passen altijd de voorkeur heeft. Zo gaat de bal snel naar voren, zoals Spanje dat deed in de 1ste minuut van de tweede helft.
Aanval die leidt tot eerste doelpunt vergde lange training
Dat Ruiz en Carvajal de bal zo snel door de linies naar voren steken dat zo doen is geen toeval. Het is een uitvloeisel van jarenlange training, in rondos bijvoorbeeld. Het Spaanse voetbal onderscheidt drie type passes. De first line pass, een pass over de eerste linie is vaak een breedtepass. Bij deze pass wordt geen enkele verdediger voorbij gespeeld, maar de pass kan wel nuttig zijn om het spel te verplaatsen of een tegenstander naar je toe te lokken.
De second line pass, de pass in de tweede linie is een pass langs een verdediger, maar niet tussen twee verdedigers door. De pass van Ruiz naar Carvajal is daarvan een voorbeeld. En de third line pass tenslotte is de steekbal, tussen twee verdedigers door. Engelsen noemen deze pass de ‘spilt line pass’. Het is de kwaliteitspass waarvan Spaanse voetbalopleiders willen dat spelers ernaar opzoek gaan en de pass die spelers bij voorkeur moeten spelen.
Voorwaartse passes door het midden brengen Spaans gevaar
Een analyse op de website van de UEFA laat zien hoe Engeland het Spaanse gevaar onschadelijk maakte in de eerste helft met een intensieve mandekking. Het lukte maar 18 keer om de cruciale steekpasses te spelen. Dat wil zeggen de zogeheten forward line breaking passes, waar de Spaanse jeugdopleiding zijn spelers mee opvoedt. En bovendien, die voorwaatse ballen werden bijna alleen maar gespeeld aan de zijkant van het veld, vooral aan de linkerkant in de richting van linksbuiten Nico Williams en naar Cucurella als die mee was opgekomen. In het midden van het veld speelde Spanje in de eerste helft maar een penetrerende pass en dan nog op de eigen helft.
In de tweede helft sloeg dit beeld om en dat gebeurde direct vanaf het begin van de wedstrijd. Daarbij hielp het ook dat Fabian Ruiz zich liet terugvallen om te helpen met opbouwen. De Engelse middenvelders probeerden druk te zetten op de terugvallende middenvelders om de opbouw te verstoren, maar dat gaf de Spaanse keeper Unai Simon juist de kans om langere ballen te spelen, geen ongecontroleerde knallen naar voren, maar secuur geplaatste boogballen over de Engelse linies heen, in de richting van Spaanse aanvallers zoals Dani Olmo en Morata. Spanje speelt in de tweede helft veel meer passes door de Engelse linie heen, 30 maar liefst, en veel belangrijker nog: die passes zorgen voor veel meer gevaar, omdat ze ook worden gespeeld in het midden van het veld.
Drie linie doorbrekende passes brengen Williams in stelling
Het doelpunt van de Spanjaarden resulteert uit drie liniedoorbrekende passes voorwaarts, van Ruiz naar Carvajal, van Carvajal naar Yamal en van Ymal naar Williams. Nauwelijks een minuut later, in de 48ste minuut, breekt Spanje opnieuw door de Engelse linies: Williams steekt de bal van vlak buiten het strafschopgebied naar Dani Olmo, die krijgt een vrije schietkans, maar plaats de bal een meter te ver rechts naast het doel van Pickford.
Waarom startte Spanje dan niet direct met die voorwaartse passes? Om te beginnen omdat de Spanjaarden voorzichtig aan de wedstrijd begonnen. Enkele onkarakeristieke verkeerde eerste aannames van Yamal en Ruiz lieten zien dat deze spelers last hadden van zenuwen . De wens om niet in het Engelse mes te lopen zal ook een rol gespeeld hebben bij de strategie van de Spaanse bondscoach die het hele toernooi juist geloofd werd om zijn gedurfde spel. Dat de directe speelwijze ook werkelijk risico’s met zich meeneemt bleek bij het Engelse doelpunt in de 72-ste minuut.
Risico voorwaarts passen wordt soms afgestraft
Spanje bleef aanvallen en speelde de bal snel naar voren via Oyarzabal, in de eerste helft werd juist duidelijk dat spelers als Williams er juist voor kozen om rustig te wachten tot hun team in formatie mee was opgerukt zodat ze bij eventueel balverlies alvast georganiseerd zouden staan om direct druk te zetten op de tegenstander. Dat gebeurde nu niet wat leidde tot Spaanse kansen, maar uiteindelijk ook tot de Engelse goal.
Zubimendi veroverde de bal op het middenveld van de Engelsen en kiest er niet voor om de bal rustig in de ploeg te houden. Integendeel hij kiest direct voor de weg naar voren met een steekbal op Oyarzabal die te ver naar buiten wordt geduwd en daardoor slechts een slap rollertje in de handen van Gordon Pickford. In de counter die volgt profiteert Engeland van het feit dat de Spaanse verdediging zich nog niet heeft kunnen hergroeperen. Cucurella stapt op het middenveld in om de uitgooi van Pickford te onderscheppen, maar Bellingham is hem te snel af en speelt de bal op de vleugel door naar Saka, die geeft een voorzet op de doorgelopen Bellingham die de bal aflegt op Cole Palmer. De Chelsea-spits schuift de bal hard binnen in de linker benedenhoek van het doel.
Tweede Spaanse goal volgt ook uit voorwaartse reeks passes
In de 85ste minuut volgt de winnende Spaanse goal, wederom uit een serie voorwaartse passes van achteruit, dwars door de Engelse linies heen. LaPorte speelt de bal van achteruit voorwaats naar Fabian Ruiz, die speelt rap vooruit op Dani Olmo die opnieuw direct voorwaarts speelt op Oyarzabal. Tenslotte scoort Oyarzabal uit een 1-2 die hij zelf opzet met Cucurella die op de vleugel is opgerukt.
Spanjaarden vervangen Rodri moeiteloos
Spanje speelde zijn superieure tweede helft met Martin Zubimendi in de ploeg als vervanger van Rodri. Tot verrassing van velen leide het wisselen van een van de sterspelers van het EK niet tot een verzwakking van de Spaanse ploeg. Ook dat is te verklaren uit het heldere speelsysteem van de Spanjaarden, waarbinnen talloze spelers met heldere taken zijn opgeleid. ‘Rodri valt uit, dan denken mensen dan verliest Spanje, maar met Zubimendi hebben ze iemand die ook de bal in de ploeg kan houden’, zo legde VI-hoofdredacteur Pieter Zwart uit in een van zijn EK-analyses in de podcast van Voetbal International. ‘Hij weet ook waar zijn medespelers staan. En hij speelt de bal naar de goede kleur. De Spanjaarden hebben een fabriek staan waar allerlei Rodri’s uitrollen.’
Spanje leidt spelers op per positie
Hoe dat systeem werkt, beschreef Graham Hunter in 2013 al in een voorpublicatie uit zijn boek Spain: The Inside Story of La Roja’s Historic Treble. Het Spaanse voetbal is opgedeeld in negentien regio’s. In elke regio zijn er drie regiocoaches voor onder 14, onder 16 en onder18. Spelers die worden geselecteerd voor een regioteam spelen tegen elkaar in regionale kampioenschappen die drie keer per jaar worden gespeeld (in december, maart en mei). Uit deze pool van spelers selecteert de Spaanse voetbalbond RFEF elk jaar 55 spelers: 5 per positie dus, waarbij elke speler heel specifiek is uitgekozen en ontwikkeld wordt op basis van de toepassing van de spelprincipes die passen bij een positie. Dat aantal van 5 per positie wordt vervolgens teruggebracht tot 3 en later tot 1, waardoor er weer een nieuw nationaal elftal is gevormd voor elke leeftijdscategorie.
Het systeem zorgt voor concentratie van talent, maar is er toch voldoende toestroom om de talent pool fris en vers te houden. Voor de Spaanse bond is het bijhouden van een database met selecteerbare spelers een sleutel tot zijn succes. Ze hebben 50 procent retention rate tussen U15 en U21 en dat is volgens hen veel hoger dan in andere Europese landen. Spanjaarden verbazen zich over het kleine aantal jeugdteams in Nederland.
Spelprincipes scheppen ruimte voor improvisatie
De gestructureerde jeugdopleiding, gebaseerd op spelprincipes verklaart waarom Spanje lijkt te voetballen als een clubteam en niet als een landenteam, zoals Zwart het uitdrukt. En het bijzondere is, dat de helder gedefinieerde spelprincipes spelers niet in een jacket dwingen: in tegendeel, ze scheppen juist de ruimte voor improvisatie.
‘Ze hebben niet 1 oplossing maar 8 oplossingen’, aldus Zwart. ‘Variatie. Ruiz begint als aanvallende middenvelder, maar gaat naast Rodri spelen. Rodri begint als controleur, maar gaat tussen centrale verdedigers spelen. Carvajal begint als rechtsbuiten, maar komt rechtsbinnen. Jamal begint rechtsbuiten en komt dan rechtsbinnen te spelen. Die variaties maakt dat Engeland voor keuzes te staan. Het is een kat en muis-spel. Alsof de spelers van Spanje met hun positiewisselingen aan een slot aan het draaien zijn, totdat ze de juiste oplossing gevonden hebben.’
Toen de Spanjaarden het lastig hadden in de eerste helft kozen jonkies Jamal en Williams regelmatig op elkaars vleugel op te gaan duiken. Zo doen de sterren van Real Madrid het af en toe ook. ‘Je wordt in Spanje niet gestraft voor het nemen van risico’s’ schrijven de auteurs van het Uefa-rapport. ‘Je wordt alleen gestraft als je je niet aan de principes houdt.’
